Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord glas

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Het donkere meisje zette een paar glazen op tafel.
🔗 Misschien waren de edelstenen dus toch glas, en was de grote tovenaar alleen maar een doodgewone goochelaar, op weg naar een jaarmarkt in Kost.
een storm in een glas water
a storm in a teacup
granda frakaso en malgranda glaso
laboratoria glaso
🔗 In een bekerglas plaatst men twee platina elektroden die door middel van een draad met een stroombron zijn verbonden.
beerglass
🔗 Hij liep naar de bar en pakte een bierglas.
tumbler
flint‐glass
(glazig)
glassy
;
vitreous
vitreca
🔗 Midden in de ruimte stond een lage tafel van een zwarte, glasachtige steensoort.
stained glass window
piece of broken glass
🔗 Hij veegde de glasscherven van zijn jas en volgde Tom Poes naar buiten.
fibreglass
;
glass fibre
(glaswerk)
glassware
(glaswaar)
glassware
🔗 Nu legde de geleerde zijn glaswerk opzij en nam plaats op de werkbank.
vitra
🔗 Die lijm heette Gluton en zat in een glazen potje.
(glasachtig)
glassy
vitreca
; ;
🔗 Heer Ollie zuchtte smartelijk en staarde met glazige ogen voor zich uit.
senesprime
🔗 Een ogenblik staarde hij glazig naar de rommel, doch toen bukte hij zich.
monocle
🔗 De burgemeester wierp een peinzende blik op heer Ollie en begon zijn oogglas op te poetsen.
sherry glass
ŝereglaso
🔗 Met een sherryglas in de hand kwam Shaitana hem tegemoet.
spiegelglas
plate‐glass
(glanzen; glazuren)
glaze
(loep)
magnifying‐glass
🔗 „Hij is er niet”, mompelde een agent die bezig was door een sterk vergrootglas een kast te onderzoeken.
water‐glass
alkalia silikato
(barometer)
weather‐glass
🔗 Ik heb het over het weerglas.
wine‐glass
🔗 Gersen ledigde zijn wijnglas en ging weg in het verflauwende zonlicht.

NederlandsEngels
glas bell; chimney; drink; glass; shot
een storm in een glas water a storm in a teacup
gewapend glas wired glass
het glas heffen raise one’s glass
onder glas kweken grow under glass
zijn eigen glazen ingooien cut off one’s nose to spite one’s face; stand in one’s own light; bite off one’s nose to spite one’s face; quarrel with one’s bread and butter
bekerglas beaker
bierglas beerglass
borrelglas shot glass
brandglas burning‐glass
brilleglas spectacle‐glass
champagneglas champagne glass
draadglas wire glass; wired glass
drinkglas drinking‐glass; tumbler
fiberglas fibreglass
flintglas flint‐glass
glaasje holder; snifter; glass; small glass; slide
glasaal glass eel
glasachtig glassy; glazy; vitreous; glasslike
glasblazen blow glass; glass‐blowing
glasblazer glass‐blower
glascontainer bottle bank
glasdicht glazed
glasfabriek glass‐works
glasfiber glass fibre
glashandel glass‐trade
glashard hard as nails; flatly; bluntly
glashelder clear as glass; crystal‐clear
glas‐in‐loodraam lattice window
glas‐in‐loodruitje quarrel
glaskruid pellitory
glasoven glass‐furnace
glasplaat sheet of glass; glassplate
glaspotlood chinagraph; chinagraph pencil
glasruit pane; window‐pane
glasscherf piece of broken glass
glasschilder stained‐glass artist; glass‐painter
glasschilderen glass‐painting
glasslijper glass‐grinder
glassnijder glass‐cutter
glasverzekering plate‐glass insurance
glasvezel fibreglass; glass fibre
glasvocht vitreous humour
glaswaar glassware
glaswerk glassware; glass‐work; glasses; glass things; glazing
glazen vitreous; glass; glassy; glazed
glazenier stained‐glass artist; glass‐painter
glazenmaker glazier
glazenspuit window‐cleaning syringe
glazenwasser window‐cleaner; dragonfly
glazig glassy; glazed; waxy
horlogeglas watch‐glass
ijsglas frosted glass
jeneverglas gin‐glass
kobaltglas smalt
maatglas graduate; measuring‐glass; measuring jug
matglas ground glass; frosted glass; milk glass
oogglas eyepiece
pantserglas bullet‐proof glass
peilglas gauge; gauge‐glass; water gauge
rookglas smoked glass
sherryglas sherry glass
spiegelglas plate‐glass
uurglas hourglass
veiligheidsglas safety‐glass
vensterglas window‐glass; window‐pane
verglazen enamel; glaze; varnish; vitrify
vergrootglas magnifier; magnifying‐glass; hand‐glass
waterglas water‐glass; drinking‐glass; tumbler; soluble glass; urinal
weerglas glass; weather‐glass; rain‐glass
wijnglas wine‐glass