Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord covereth

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
cover (comprise; encompass; embrace)	beslaan ; omvatten	ampleksi
🔗 Most of this book covers the parts of Perl that work the same way on all kinds of computers.
cover (defilade)	dekking laten zoeken	desfili
cover (govern; restrain; head; master; be in charge; be in charge of; be at the head of)	aanvoeren ; besturen ; regeren ; runnen ; leiden ; aan het hoofd staan van	estri
cover (wrap up; surmount)	bedekken ; beleggen ; dekken ; toedekken	kovri
🔗 Police say the woman covered the body with a sheet the next day and continued to stay in the room and use heroin.
cover (command; sweep)	bestrijken	pafatingi
cover (protect; back)	beschermen ; dekken	protekti
cover	bestrijken	surŝmiri

Engels	Nederlands
cover	⇆ aanleggen op; ⇆ afdekken; ⇆ afleggen; ⇆ band; ⇆ bedekken; ⇆ bedekking; ⇆ behandelen; ⇆ bekleden; ⇆ bekleding; ⇆ beleggen; ⇆ beschermen; ⇆ bescherming; ⇆ beschutting; ⇆ beslaan; ⇆ bestek; ⇆ bestrijden; ⇆ bestrijken; ⇆ broeden; ⇆ buitenband; ⇆ couvert; ⇆ dek; ⇆ dekken; ⇆ dekking; ⇆ dekkleed; ⇆ dekmantel; ⇆ deksel; ⇆ enveloppe; ⇆ foedraal; ⇆ gaan over; ⇆ hoes; ⇆ huls; ⇆ hulsel; ⇆ kaft; ⇆ kaften; ⇆ kap; ⇆ leger; ⇆ omhulsel; ⇆ omslag; ⇆ omvatten; ⇆ onder schot houden; ⇆ onder schot krijgen; ⇆ overdekken; ⇆ overgíéten; ⇆ overtrek; ⇆ overtrékken; ⇆ overtreksel; ⇆ plat; ⇆ schuilplaats; ⇆ stolp; ⇆ surplus; ⇆ toedekken; ⇆ verbergen; ⇆ verslaan; ⇆ volschrijven; ⇆ voorzien in; ⇆ zich uitstrekken; ⇆ zich uitstrekken over

Engels

Nederlands

cover

⇆ aanleggen op; ⇆ afdekken; ⇆ afleggen; ⇆ band; ⇆ bedekken; ⇆ bedekking; ⇆ behandelen; ⇆ bekleden; ⇆ bekleding; ⇆ beleggen; ⇆ beschermen; ⇆ bescherming; ⇆ beschutting; ⇆ beslaan; ⇆ bestek; ⇆ bestrijden; ⇆ bestrijken; ⇆ broeden; ⇆ buitenband; ⇆ couvert; ⇆ dek; ⇆ dekken; ⇆ dekking; ⇆ dekkleed; ⇆ dekmantel; ⇆ deksel; ⇆ enveloppe; ⇆ foedraal; ⇆ gaan over; ⇆ hoes; ⇆ huls; ⇆ hulsel; ⇆ kaft; ⇆ kaften; ⇆ kap; ⇆ leger; ⇆ omhulsel; ⇆ omslag; ⇆ omvatten; ⇆ onder schot houden; ⇆ onder schot krijgen; ⇆ overdekken; ⇆ overgíéten; ⇆ overtrek; ⇆ overtrékken; ⇆ overtreksel; ⇆ plat; ⇆ schuilplaats; ⇆ stolp; ⇆ surplus; ⇆ toedekken; ⇆ verbergen; ⇆ verslaan; ⇆ volschrijven; ⇆ voorzien in; ⇆ zich uitstrekken; ⇆ zich uitstrekken over