Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord compass‐point
| Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (rhumb) | ; ; | |
compass | ||
| (range; reach) | ||
🔗 All this seems well within my compass. | ||
🔗 T’sais dropped the point of her sword to the ground. | ||
| (mark) | ||
🔗 His approval rating in Iowa has dropped a staggering 21 points since he took office. | ||
| (count) | ||
🔗 The first two points are of little importance. | ||
🔗 At that point it will be hard not to ask the question: What on earth has all this been for? | ||
| (dot; period; spot; locus; moment; full stop; stop) | ; ; | |
| Engels | Nederlands |
|---|---|
| compass‐point | ⇆ kompasstreek; ⇆ windrichting; ⇆ windstreek |
| compass | ⇆ begrijpen; ⇆ begrip; ⇆ beramen; ⇆ bereik; ⇆ bereiken; ⇆ bestek; ⇆ een omweg maken; ⇆ gebied; ⇆ grens; ⇆ insluiten; ⇆ kompas; ⇆ niet rechtstreeks op het doel afgaan; ⇆ omringen; ⇆ omtrek; ⇆ omvademen; ⇆ omvamen; ⇆ omvang; ⇆ omvatten; ⇆ omweg; ⇆ verkrijgen; ⇆ verwerven; ⇆ volvoeren |
| point | ⇆ aanleggen; ⇆ aanpunten; ⇆ duiden; ⇆ een punt maken aan; ⇆ etsnaald; ⇆ geweitak; ⇆ interpungeren; ⇆ landpunt; ⇆ naald; ⇆ naaldkant; ⇆ onderstrepen; ⇆ oog; ⇆ op treffende wijze illustreren; ⇆ pointe; ⇆ punt; ⇆ punten; ⇆ puntje; ⇆ richten; ⇆ scherpen; ⇆ spits; ⇆ spitsen; ⇆ staan; ⇆ stift; ⇆ stip; ⇆ stippen; ⇆ stopcontact; ⇆ streek; ⇆ tak; ⇆ van punten voorzien; ⇆ voegen; ⇆ wijzen; ⇆ wijzen met |