Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord come together
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
come together (associate; join; pool; assemble; coalesce; converge; unite; become joined) | ; zich aaneensluiten ; zich verenigen | |
come together (meet) | elkaar ontmoeten ; elkaar tegenkomen | |
(derive; originate; result; stem; spring) | ; het gevolg zijn van ; ; ; | deveni |
🔗 I came to be alone. | ||
(advance; approach; come on; accost) | ; gaan naar ; ; ; | |
; | ||
🔗 I’ve come to live with you. | ||
🔗 But spring did not come, you say? | ||
(jointly) | ; ; ; ; ; | |
🔗 Did you think a few hours ago that you would ever be together again? |
Engels | Nederlands |
---|---|
come together | ⇆ bij elkaar komen; ⇆ zich verzamelen |
come | ⇆ aanbreken; ⇆ aankomen; ⇆ aanstaande; ⇆ er bijkomen; ⇆ klaarkomen; ⇆ kom op; ⇆ komaan; ⇆ komen; ⇆ komen opzetten; ⇆ kop op; ⇆ opkomen; ⇆ uitkomen; ⇆ verschijnen; ⇆ worden; ⇆ óverkomen |
together | ⇆ aan elkaar; ⇆ aaneen; ⇆ achtereen; ⇆ bij elkaar; ⇆ bijeen; ⇆ gelijk; ⇆ gemeenschappelijk; ⇆ gezamenlijk; ⇆ met elkaar; ⇆ onderling; ⇆ opeen; ⇆ saam; ⇆ samen; ⇆ tegelijk; ⇆ tegen elkaar; ⇆ tezamen |