Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord affecting

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(attitudinize; pose; feign)
zich aanstellen
(move; stir);
(influence; impinge; shape; sway; bias);
invloed hebben op
🔗 In addition, animal medication should affect the evolution of animal immune systems, according to Hunter and his colleagues.
(concern; relate; pertain; refer; apply)
(touch; abut; abut on)

EngelsNederlands
affecting aandoenlijk
affect aandoen; aantasten; affect; beroeren; betreffen; bewegen; beïnvloeden; de schijn aannemen; invloed hebben op; inwerken op; neiging hebben tot; ontroeren; raken; roeren; treffen; uithangen; voorliefde tonen voor; voorwenden; werken op