English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word junction box

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
box	boksen	boksi
box (chest)	bak ; kist ; kast	kesto
box	doosje	skatoleto
box (case)	doos	skatolo
🔗 The box was her partner’s idea.
box (cadre; frame; framework; context; level; official; parameters)	lijst ; omlijsting ; raam	kadro
box	postbus	poŝtkesto
box	box	laŭtparolilkesto
box (box‐tree)	buksboom ; palmboompje ; palmstruik	bukso
box (lodge; loggia; loge)	loge	loĝio
🔗 He has gone to our private box.
junction (joining; combination; union; assembly)	aansluiting	kuniĝo
junction (combination; joining; union; unification)	vereniging	unuigo
junction (cross‐roads; crossing; intersection; point of intersection)	kruising ; kruispunt ; wegkruising	vojkruciĝo
junction (node)	knooppunt	nodo

English	Dutch
junction box	⇆ aftakdoos
box	⇆ afdeling; ⇆ bak; ⇆ beeldbuis; ⇆ bok; ⇆ boksen; ⇆ boksen met; ⇆ box; ⇆ buis; ⇆ buks; ⇆ buksboom; ⇆ buksboompje; ⇆ bus; ⇆ cassette; ⇆ doos; ⇆ fooi; ⇆ geschenk; ⇆ hokje; ⇆ huisje; ⇆ in een doos stoppen; ⇆ kader; ⇆ kamertje; ⇆ kast; ⇆ kijkbuis; ⇆ kijkkast; ⇆ kist; ⇆ kistje; ⇆ klap; ⇆ koffer; ⇆ kompashuisje; ⇆ loge; ⇆ loket; ⇆ naafbus; ⇆ oorvijg; ⇆ palm; ⇆ palmboompje; ⇆ palmstruik; ⇆ postbus; ⇆ seinhuisje; ⇆ slag; ⇆ springkast; ⇆ strafschopgebied; ⇆ telefooncel; ⇆ tik; ⇆ trommel; ⇆ vak; ⇆ vakje; ⇆ veeg
junction	⇆ aansluiting; ⇆ knooppunt; ⇆ kruising; ⇆ kruispunt; ⇆ samenvoeging; ⇆ splitsing; ⇆ spoorwegknooppunt; ⇆ verbinding; ⇆ verbindingspunt; ⇆ vereniging; ⇆ verenigingspunt; ⇆ verkeersknooppunt; ⇆ wegkruising