Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aansluiting
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(verbinding; connectie) | ||
joining ; junction | ||
connection | ||
🔗 Ik wilde mijn aansluiting niet missen. | ||
(verbinden) | ; plug in | |
🔗 Dit betekende dat de beide motoren aangesloten waren. Twee toestellen zijn in serie aangesloten op een wisselspanning van 100 V. | ||
(zich aaneensluiten; zich verenigen) | ||
(verbinden; liëren) | ; | |
(corresponderen) |
Dutch | English |
---|---|
aansluiting | ⇆ affiliation; ⇆ communication; ⇆ connection; ⇆ correspondence; ⇆ joining; ⇆ junction |
aansluiting hebben | ⇆ connect; ⇆ correspond |
aansluiting hebben op | ⇆ connect with |
aansluiting zoeken bij | ⇆ try to join; ⇆ seek contact with |
de aansluiting missen | ⇆ miss the connection |
in aansluiting op ons schrijven van | ⇆ referring to our letter of |
aansluiten | ⇆ affiliate; ⇆ close up; ⇆ connect; ⇆ hook up; ⇆ link; ⇆ link up; ⇆ plug in; ⇆ plumb in; ⇆ join; ⇆ correspond |
netaansluiting | ⇆ mains connection |
telefoonaansluiting | ⇆ telephonic connection; ⇆ telephone connection |