Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kist

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bak; schrijn; kast);
🔗 Open een van die kisten en laat zien wat de pot schaft.
(doodkist; doodskist)
coffin
🔗 Ik ging naar binnen en opende de kist.
; ;
🔗 Dat zal niemand verbazen die het opstijgen van deze kist gevolgd heeft.
formwork
betonmuldilo
🔗 Ook zal bij het betonstorten op de bekisting een grote kracht ontstaan.
(doodskist; kist)
coffin
🔗 Wiens lijk ligt in de doodkist?
(doodkist; kist)
coffin
(hooikist)
haybox
kuirkesto
(container)
container
;
freight container
sea chest
🔗 Die avond had Petchnyoff zijn scheepskist al half ingepakt voor Hinsen hem kon overhalen aan boord te blijven.

DutchEnglish
kist bin; box; bunker; bus; case; chest; coffer; coffin; crate; locker
bekisting formwork; shuttering
dekenkist blanket chest
diepvrieskist deep‐freeze; freezer
doodkist coffin
doodskist coffin
geldkist strong‐box
gereedschapskist repair kit; kit; toolbox; tool kit; tool‐chest
kisten coffin
kistenmaker box‐maker; coffin‐maker
kookkist haybox
laadkist container; freight container
munitiekist ammunition chest
pakkist case; packing‐case
schatkist coffers; exchequer; fisc; treasury; public treasury
scheepskist sea chest
sinaasappelkist orange box
theekist tea‐chest
verbandkist first‐aid kit
vioolkist violin‐case
vrieskist freezer