English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word derivation

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
derivation
derivation
(lineage; background; descent; origin; provenance; ancestry)
(come; originate; result; stem; spring);
deveni

EnglishDutch
derivation afleiding; afstamming; afwijking; herkomst; verkrijging
derive afkomen; afleiden; afstammen; krijgen; ontlenen; putten; trekken; verkrijgen; voortkomen; voortspruiten