Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word stroomlijn
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(koord; snoer; touw) | ; ; | |
🔗 Zes mannen begonnen aan de lijn te trekken om hem uit het water te hijsen. | ||
(lopen; vlieten; vloeien) | ; ; | |
🔗 De rivier stroomde in een wijde bocht om de heuvel heen. |
Dutch | English |
---|---|
stroomlijn | ⇆ streamline |
lijn | ⇆ alignement; ⇆ lead; ⇆ leash; ⇆ line; ⇆ score; ⇆ cord; ⇆ rope |
stromen | ⇆ course; ⇆ flock; ⇆ flow; ⇆ gush; ⇆ pour; ⇆ surge; ⇆ run; ⇆ rush; ⇆ stream |
stroomlijnen | ⇆ fair; ⇆ fairing; ⇆ streamline |