Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word schijndood
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
schijndood | ||
(heengaan; sterfgeval; verscheiden) | ||
🔗 Heb je hen op de dood voorbereid? | ||
(afgestorven; overleden; ter ziele) | ||
🔗 Onze taal is niet dood. | ||
(levenloos) | ||
🔗 Dankzij het geld van de heer Bommel zal ik binnenkort in staat zijn dode stof tot leven te wekken. | ||
🔗 De dood klopt aan mijn deur. | ||
(glans) | ||
; | ||
🔗 Het had er alle schijn van. |
Dutch | English |
---|---|
schijndood | ⇆ apparent death; ⇆ apparently dead; ⇆ in a state of suspended animation; ⇆ suspended animation; ⇆ trance |
dood | ⇆ consummation; ⇆ dead; ⇆ dead and gone; ⇆ death; ⇆ demise; ⇆ departure; ⇆ dissolution; ⇆ end; ⇆ exanimate; ⇆ fall; ⇆ fate; ⇆ gone; ⇆ no more; ⇆ to death |
schijn | ⇆ appearance; ⇆ colour; ⇆ glimmer; ⇆ glimmering; ⇆ guise; ⇆ make‐believe; ⇆ pretence; ⇆ semblance; ⇆ shadow; ⇆ show; ⇆ shine; ⇆ pretext |