Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word nieuwsdienst
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
(kerkdienst) | ||
🔗 Ọp de weg naar buiten kwamen haar dorpelingen tegemoet, meest oudere mannen en vrouwen die weinig meer om handen hadden en die de eerste openbare dienst in de tempel wilden bijwonen. | ||
; attendance | ||
🔗 Een man die is veroordeeld voor de moord op de Russische journaliste Anna Politkovskaja komt vrij in ruil voor dienst in het Russische leger. | ||
🔗 Kom, laten we eens zien wat hij ons voor nieuws te vertellen heeft. | ||
(nieuwtje) |
Dutch | English |
---|---|
nieuwsdienst | ⇆ news‐service |
dienst | ⇆ administration; ⇆ attendance; ⇆ bureau; ⇆ command; ⇆ duty; ⇆ employ; ⇆ engagement; ⇆ kindness; ⇆ office; ⇆ turn; ⇆ service |
nieuws | ⇆ advertisement; ⇆ dope; ⇆ news; ⇆ tidings; ⇆ piece of news |