Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word meester‐

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(doctorandus)
🔗 Arglistig draaide het nummer van het advocatenkantoor en vroeg naar meester Van Andel.
(heer; patroon);
🔗 O, meester, denk zulke dingen toch niet!
(leraar)
🔗 Nu maakte een grote woede zich van de geslagen heer meester.
overpower
;
usurp
uzurpi
🔗 Om ongeveer vier minuten na middernacht kwam er een rover uit het bos die zich van de inhoud van uw rugzak meester maakte.
zich meester maken van
;
corner the market
;
monopolize
baths superintendant
;
bath superintendant
ballet master
paymaster
paymaster
(architect)
🔗 De bouwmeester van zijn kant liet, toen hij na verloop van tijd zijn einde voelde naderen, zijn zoons komen—hij had er twee—en lichtte hen in wat voor list hij had toegepast om ervoor te zorgen dat zij een onbezorgd leventje zouden kunnen lijden.
(catecheet)
catechist
🔗 Op de daartoe bestemde tijd stond de catechiseermeester op en ging voor de predikstoel staan met een gesloten gezangboek in de hand, de wijsvinger tussen de bladen verborgen, en verzocht om stilte.
master of ceremonies
;
commissar
;
commissary
(meester; maestro);
harbour‐master
🔗 Als de eigenaars binnen een jaar niet terugkomen, wordt de boot het eigendom van de havenmeester.
(chirurg)
surgeon
🔗 Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
(duivelskunstenaar; tjsoener; tovenaar; toveraar)
enchanter
; ; ;
warlock
;
wizard
purser
🔗 Ik denk dat ik een hofmeester aan het schip zal moeten toevoegen.
(hoofdonderwijzer)
(leraar)
🔗 Nee, de gebrande hand is de beste leermeester.
(opzichter; werkmeester)
(magistraal)
masterful
majstra
masterfully
majstre
🔗 Ik moet zeggen, vriendje, je hebt je rol meesterlijk gespeeld.
🔗 Hij heeft hier meesterwerken geschreven, makker!
(kashouder; kassier)
cashier
;
treasurer
mint‐master
(coach; trainer);
trainer
🔗 De in Kampen geboren oefenmeester vertelde in oktober vorig jaar dat hij graag wil terugkeren langs de lijn.
overpower
🔗 Evenwel, mocht ge erover denken mij door middel van toverij te overmeesteren, dan zoudt ge u wel driemaal bedenken, nietwaar?
quaestor
🔗 Ook hij kan zich niet vinden in gebrek aan democratie en heeft ook moeite met penningmeester Henk Otten.
; ;
(betweter; frik; pedant)
pedant
schoolmaster
🔗 Wat wilt gij zeggen, schoolmeester?
(afslager; vendumeester)
🔗 Alle ogen waren gevestigd op de slanke, knappe veilingmeester, die van achter zijn hoge, houten katheder rustig stond te praten.
vendumeester
(afslager; veilingmeester)
(innemen; bezetten; zich meester maken van)
(verloskundige)
obstetrician
;
accoucheur
(censor)
(moralist)
moralist
🔗 De minister in kwestie was de ultieme zedenmeester die ten strijde trok tegen drugs, drank en seks.

DutchEnglish
meester adept; lord; master; preceptor; proficient
meester‐ masterful; masterly; master
de brand meester worden get the fire under control
een meester zijn in be a master of
heer en meester zijn be master
meester in de rechten master of laws
meester in de rechten zijn have a law degree
… meester zijn be in command of …; have a thorough command of …
… niet meer meester zijn have lost control of …
zich meester maken van master; possess oneself of; seize on; seize upon; make oneself master of; take possession of
zichzelf niet meester zijn have no control over oneself
zijn meester vinden meet one’s master; meet more than one’s match
badmeester bath‐keeper; life‐guard; bath superintendant; baths superintendant
balletmeester ballet master
betaalmeester paymaster
bouwmeester architect; builder; master builder
brandmeester fire‐master
catechiseermeester catechist; catechizer
ceremoniemeester marshal; master of ceremonies; usher; MC
concertmeester concertmaster; leader
drilmeester trainer
gildemeester guild‐master
grootmeester grand master
havenmeester harbour‐master
heelmeester surgeon
hofmeester major‐domo; purser; steward
hoofdmeester head teacher; schoolmaster
huismeester caretaker
ijkmeester gauger; inspector of weights and measures
jagermeester huntsman
kapelmeester bandmaster; choirmaster; conductor
keldermeester cellarman; cellarer
kerkmeester churchwarden
keukenmeester kitchener
keurmeester assayer; inspector; judge
kwartiermeester quartermaster
ladingmeester loading clerk
leermeester guru; preceptor; teacher; tutor; master
magazijnmeester storekeeper
marktmeester market‐master
meesterbrein mastermind
meestergast foreman
meesterhand master’s hand
meesterknecht foreman; gaffer; headman
meesterlijk masterful; masterfully; masterly; in a masterly way
meesterschap masterdom; mastership; mastery
meesterstitel degree of master of laws
meesterwerk masterpiece
muntmeester mint‐master; master of the mint
oefenmeester trainer; coach
orkestmeester leader
overmeesteren master; overmaster; overpower; conquer
penningmeester controller; treasurer
rekenmeester accountant; arithmetician; calculator
rentmeester agent; bailiff; land‐agent; steward; reeve; land‐steward
ritmeester cavalry captain
schaakmeester chess master; master of chess
scheepsbouwmeester constructor; shipbuilder; shipwright; naval architect
schermmeester fencing‐master
schoolmeester beak; dominie; grammatist; pedagogue; schoolmaster; pedant
stalmeester equerry; riding‐master; master of the horse
studiemeester boarding‐school teacher; boarding‐school guardian
toneelmeester property‐master; stage‐manager
veilingmeester auctioneer
vendumeester auctioneer
vroedmeester accoucheur; obstetrician
waagmeester weigh‐master
wachtmeester sergeant
zedenmeester censor; moralist; moralizer