Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word meestentijds

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(meestal)
most of the time
🔗 Ook zij sliepen meestentijds.
🔗 In Namibië is het de meest gesproken taal.
🔗 De tijd heelt alle wonden.
(wijle; poos);
🔗 Talrijke eilanden verdwenen na korte tijd weer in zee.
(wijl);
🔗 Wij nemen u mee op een reis door de tijd.
(tijdsduur);
🔗 De tijd van deze hier was net begonnen.
🔗 In Portugal wordt de Westeuropese tijd aangehouden.
🔗 Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan.
🔗 Daar had hij geen tijd voor.
🔗 Zedenmeesters zijn van alle tijden.

DutchEnglish
meestentijds most of the time
meest most; mostly; usually
tijd age; day; days; period; time; space; tense; tide; while; season; stretch