Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word kerkdienst
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(dienst; godsdienstoefening) | ; church service ; divine service | |
; | ||
(kerkdienst) | ||
🔗 Ọp de weg naar buiten kwamen haar dorpelingen tegemoet, meest oudere mannen en vrouwen die weinig meer om handen hadden en die de eerste openbare dienst in de tempel wilden bijwonen. | ||
; attendance | ||
🔗 Een man die is veroordeeld voor de moord op de Russische journaliste Anna Politkovskaja komt vrij in ruil voor dienst in het Russische leger. | ||
🔗 George Bush is een groot voorstander van liefdadigheid via de kerk. | ||
(kerkgebouw) | ||
🔗 De verlaten kerk verkeerde in een staat van groot verval. | ||
🔗 Hij zou het in de kerk ver gebracht hebben. |
Dutch | English |
---|---|
kerkdienst | ⇆ church service; ⇆ divine service; ⇆ office; ⇆ religious service; ⇆ service |
dienst | ⇆ administration; ⇆ attendance; ⇆ bureau; ⇆ command; ⇆ duty; ⇆ employ; ⇆ engagement; ⇆ kindness; ⇆ office; ⇆ turn; ⇆ service |
kerk | ⇆ chapel; ⇆ church; ⇆ house of God; ⇆ kirk |