Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word groenpootruiter

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
common greenshank
griza tringo
🔗 Daar wijst een vriendelijke vogelaar ons op een groenpootruiter in de verte.
(onervaren);
inexpert
;
unskilled
;
untrained
🔗 Het groene schijnsel was nu overal zichtbaar.
(flikker)
faggot
(been);
🔗 Toen snuffelde hij weer eens en legde zijn kop weer tussen zijn poten.
(voet);
(flikker; homo; nicht);
(berijder; rijder)
🔗 Heb je die ruiter ooit gezien?
sandpiper

DutchEnglish
groenpootruiter common greenshank
groen callow; fresher; freshman; green; green stuff; greenery; herbage; leafy; new; raw; unfledged; verdant; verdure
poot claw; foot; hand; leg; paw; poof; poofter; queer
ruiter cavalier; chevalier; equestrian; horseman; rider