Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word dienstbetrekking
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (verband; verhouding) | ; | |
🔗 Onze betrekkingen met de andere mogendheden zijn van de meest vriendschappelijke aard. | ||
| (ambt; baan; plaats) | ; ; ; | |
| (ambt; baan; plaats; post) | ; ; ; ; | |
🔗 Ik heb hier een betrekking. | ||
| (relatie; verhouding) | ; | |
| ; | ||
| (kerkdienst) | ||
🔗 Ọp de weg naar buiten kwamen haar dorpelingen tegemoet, meest oudere mannen en vrouwen die weinig meer om handen hadden en die de eerste openbare dienst in de tempel wilden bijwonen. | ||
| ; attendance | ||
🔗 Een man die is veroordeeld voor de moord op de Russische journaliste Anna Politkovskaja komt vrij in ruil voor dienst in het Russische leger. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| dienstbetrekking | ⇆ service |
| betrekking | ⇆ appointment; ⇆ bearing; ⇆ billet; ⇆ contact; ⇆ crib; ⇆ office; ⇆ place; ⇆ post; ⇆ reference; ⇆ relation; ⇆ relationship; ⇆ relevance; ⇆ relevancy; ⇆ situation; ⇆ position; ⇆ job |
| dienst | ⇆ administration; ⇆ attendance; ⇆ bureau; ⇆ command; ⇆ duty; ⇆ employ; ⇆ engagement; ⇆ kindness; ⇆ office; ⇆ turn; ⇆ service |