Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord voorbijlaten

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(doen; maken); ; ;
🔗 Laat de krijgers zich opstellen.
; ;
🔗 Wij laten u in dat gevaar natuurlijk niet alleen.
(toelaten)
🔗 Laat hem niet ontsnappen!
🔗 Zou hij me nu met je laten dansen?
(afgelopen; verleden; vervlogen; over; achter de rug);
🔗 Die tijd is echter voorbij.
(verder dan);
pli malproksime ol
(langs; langs … heen); ;
🔗 Ge kunt niet voorbij.

NederlandsEngels
voorbijlaten let pass
laten cause; give up; have; leave; let; omit; forbear; refrain from; leave off; allow; permit; suffer; let have; make; get
voorbij beyond; by; bygone; done; gone; over; past