Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitvieren
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. | ||
(celebreren; opdragen) | ||
(feestvieren; fuiven; feesten) | ||
🔗 Dat moet gevierd worden, zou ik zeggen. | ||
(celebreren) | ||
; let go | ||
🔗 Vier de fok en de bezaanzeilen! |
Nederlands | Engels |
---|---|
uitvieren | ⇆ nurse; ⇆ pay out; ⇆ veer out |
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |
vieren | ⇆ celebrate; ⇆ commemorate; ⇆ hold; ⇆ keep; ⇆ let fly; ⇆ mark; ⇆ observe; ⇆ pay away; ⇆ pay out; ⇆ solemnize; ⇆ veer; ⇆ slacken; ⇆ veer away; ⇆ veer out |