Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord nurse

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(attend; tend to; care);
nurse
(sick‐nurse; nursing‐sister)
nurse
(look after; babysit);
nurse
(nanny)
;
nurse
(dry‐nurse; monthly nurse)
nurse shark
;
wet nurse
voedster
dry‐nurse
(monthly nurse; nurse)
sick‐nurse
(nurse; nursing‐sister)
;
ziekenverpleegster
;
ziekenzuster
;

EngelsNederlands
nurse baker; de borst geven; grootbrengen; in de verpleging werken; kinderjuffrouw; koesteren; met de hand strijken over; min; omstrengeld houden; opkweken; oppassen; passen op; uitvieren; verpleegkundige; verpleegser; verpleegster; verplegen; verzorgen; verzorgster; voeden; voedster; zogen; zuinig beheren; zuinig zijn met
district nurse wijkverpleegster
male nurse broeder; verpleger
maternity nurse kraamverpleegster
mental nurse krankzinnigenverpleegster; krankzinnigenverpleger
night nurse nachtzuster
nurse one’s illness uitzieken
nurse’s aid verpleeghulp
nurse shark verpleegsterhaai; voedsterhaai
nurse the fire dicht bij het vuur zitten
staff nurse verpleegster
student nurse leerling‐verpleegster
surgical nurse operatiezuster
wet nurse voedster
dry‐nurse baker; droge min
nurse‐child pleegkind; zoogkind
nurse‐girl kindermeid; kindermeisje
nurseling troetelkind; zuigeling
nursemaid kindermeid; kindermeisje
nurse‐pond pootvijver
nursery boomkwekerij; crèche; kinderbewaarplaats; kinderkamer; kinderopvang; kweekplaats; kweekvijver; kwekerij; plantenkwekerij
nursing oppassing; verpleegkunde; verpleegkundig; verpleging
sick‐nurse pleegzuster