Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord thuisbrengen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(identificeren) | ||
🔗 Zoals gewoonlijk kon Reith niet thuisbrengen wat hij at, en stelde er geen prijs op het te weten. | ||
🔗 Breng hem naar een dokter. | ||
(aanbrengen; aandragen; bezorgen) | ; | |
🔗 Jongmens, breng ons nog wat wijn! | ||
(geleiden; leiden; voeren) | ; | |
🔗 Ik werd naar het terras gebracht. | ||
(doen; indienen; voorstellen; inbrengen) | ; ; ; ; ; reenact ; ; represent ; constitute ; ; ; serve up | |
🔗 De televisie zal het brengen als het sprookje van een tevreden natie, verenigd onder de nieuwe koning. | ||
at home | ||
🔗 Doen ze dat thuis ook? | ||
(tehuis) | ||
🔗 Het was het grootste deel van haar leven haar thuis geweest, maar dat was voorbij. | ||
(huiswaarts; naar huis) | ||
🔗 Het paard bracht haar thuis. |
Nederlands | Engels |
---|---|
thuisbrengen | ⇆ identify; ⇆ place; ⇆ see home |
brengen | ⇆ bring; ⇆ carry; ⇆ feature; ⇆ fetch; ⇆ land; ⇆ lead; ⇆ make; ⇆ put; ⇆ waft; ⇆ see; ⇆ set; ⇆ take; ⇆ convey; ⇆ win |
thuis | ⇆ at home; ⇆ fireside; ⇆ home; ⇆ home ground; ⇆ in |