Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord lenen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Geld lenen kost geld.
(lenen aan)
lend
🔗 U hebt meneer Van Genugten geld geleend.
(borgen; uitlenen)
lend
;
🔗 Je mag me ook wel een paar sokken lenen.
(verpanden)
borrow money on
;
🔗 Heb je weleens iets beleend, Bridget?
(leengoed)
🔗 Front‐de‐Boeuf zal het leen Ivanhoe weer moeten afstaan.
loanword
🔗 U was zo blij omdat u bij geen enkele bank terecht kon voor een lening.
(putten); ;
excerpt
; ;
🔗 Magie wordt ontleend aan persoonlijke kracht!
(borgen; lenen)
lend
;
🔗 Hij leent geld uit tegen een percentage dat hoger is dan wettelijk is toegestaan.
(aangeven; geven)
🔗 Tien jaar geleden werd hem politiek asiel verleend.

NederlandsEngels
lenen borrow; borrowing; lend; lend to; loan
het oor lenen aan give ear to; lend ear to; lend an ear to
leen mij het oor lend me your ears
belenen enfeoff; pawn; borrow money on
leen copyhold; fief; feud; feudality; feudal tenure
leenbank loan‐bank
leenrecht feudal right; lending rights
leenwoord borrowing; loanword
lener borrower; lender
lening loan
ontlenen adopt; borrow; borrowing; derive
uitlenen lend; loan; put out to loan; lend out
verlenen accord; bestow; confer; extend; give; grant; impart; invest with; yield; vouchsafe; confer upon; render; lend