Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord geloof

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
;
🔗 In die jaren was er al niet zoveel meer van mijn geloof over.
(godsdienst; religie)
🔗 Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duvel tussen.
geloof hechten aan
(geloven; geloof schenken aan)
;
give credit to
;
give credence to
(geloof hechten aan)
give credit to
🔗 Gandalf schonk echter geen geloof aan Bilbo’s eerste verhaal toen hij het hoorde en bleef bijzonder nieuwsgierig naar de ring.
(geloof hechten aan; geloven; menen; geloof schenken aan); ;
give credit to
;
give credence to
🔗 Tante Polly sloeg maar half geloof aan deze verzekering en ging naar buiten om zelve te kijken.
superstition
🔗 Dat is alleen maar een oud bijgeloof, Billy.
(geloofsverzaking)
apostacy
(afvallige; apostaat; geloofsverzaker)
🔗 Ze redeneerden dat het Algerijnse regime bestond uit geloofsafvalligen, die volgens de sjaria de dood verdienden.
(geloofspunt)
article of faith
credentials
(doctrine; leer)
doctrine
🔗 Volgens de katholieke geloofsleer worden de kardinalen bij hun keuze geïnspireerd door de Heilige Geest.
(geloofsartikel)
article of faith
(apologeet; apoloog)
(afvallige)
apostacy
;
believable
🔗 De rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig.
credibly
🔗 Ja, dat klinkt inderdaad geloofwaardiger.
(geloof hechten aan; menen)
🔗 Geloof je dat je een bewoner van een andere wereld bent?
(achten; menen; vinden);
🔗 Ik geloof dat ik doodga.
(religieus)
🔗 Vermoedelijk was hij ook niet gelovig.
disbelief
🔗 Reiths mond viel open van ongeloof.

NederlandsEngels
geloof belief; credence; credit; creed; faith; persuasion; religion; trust
blind geloof implicit faith
de twaalf artikelen des geloofs the Apostles’ Creed
een blind geloof hebben in have an implicit faith in
geen geloof hechten aan take no stock in
geloof hechten aan give credence to; give credit to; believe
geloof schenken aan accredit; give credit to
geloof vinden be credited
het geloof verzet bergen faith will remove mountains
op goed geloof on trust
bijgeloof superstition
geloofsartikel article of faith
geloofsbelijdenis confession; creed; profession of faith; confession of faith
geloofsdwang coercion in religious matters; constraint in religious matters; religious constraint
geloofsgenoot co‐religionist
geloofsijver religious zeal
geloofsleer doctrine; doctrine of faith
geloofsovertuiging religious conviction
geloofspunt doctrinal point
geloofsrichting denomination
geloofsvervolging religious persecution
geloofsverzaker apostate; renegade
geloofsverzaking apostasy
geloofswaarheid religious truth
geloofszaak matter of faith
geloofwaardig believable; credible; credibly; trustworthy; reliable
geloven believe; buy; calculate; credit; guess; think; suppose; be of opinion; trow
gelovig believing; faithful; religious; pious
ongeloof disbelief; unbelief
volksgeloof popular belief