Synoniemen: achten, dunken, geloven, menen, van mening zijn, de mening toegedaan zijn
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈvɪndə(n)/ |
---|
Afbreking | vin·den |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) vind | (ik) vond |
(jij) vindt | (jij) vond |
(hij) vindt | (hij) vond |
(wij) vinden | (wij) vonden |
(jullie) vinden | (jullie) vonden |
(gij) vindt | (gij) vondt |
(zij) vinden | (zij) vonden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) vinde | (dat ik) vonde |
(dat jij) vinde | (dat jij) vonde |
(dat hij) vinde | (dat hij) vonde |
(dat wij) vinden | (dat wij) vonden |
(dat jullie) vinden | (dat jullie) vonden |
(dat gij) vindet | (dat gij) vondet |
(dat zij) vinden | (dat zij) vonden |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
vindend, vindende | (hebben) gevonden |
Hij vindt zichzelf de beste jager van de stam.
In de achterban van Forum voor Democratie vindt zelfs 94 procent Rusland geen bedreiging.