Informatie over het woord menen (Nederlands → Esperanto: opinii)

Synoniemen: achten, dunken, geloven, van mening zijn, vinden, de mening toegedaan zijn

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmenə(n)/
Afbrekingme·nen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) meen(ik) meende
(jij) meent(jij) meende
(hij) meent(hij) meende
(wij) menen(wij) meenden
(jullie) menen(jullie) meenden
(gij) meent(gij) meendet
(zij) menen(zij) meenden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) mene(dat ik) meende
(dat jij) mene(dat jij) meende
(dat hij) mene(dat hij) meende
(dat wij) menen(dat wij) meenden
(dat jullie) menen(dat jullie) meenden
(dat gij) menet(dat gij) meendet
(dat zij) menen(dat zij) meenden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
menend, menende(hebben) gemeend

Voorbeelden van gebruik

Ik meende in ieder geval dat ik het risico niet kon nemen.
Toch meende hij een oplossing te zien voor dit probleem.
En als u meent dat men een bus kan nemen, dan begrijpen wij elkander niet.

Vertalingen

Catalaanscreure; opinar
Deensmene; synes
Duitsbedünken; befinden; dafür halten; erachten; meinen
Engelsthink; feel
Esperantoopinii
Finsarvella
Fransêtre d’avis; penser que
IJslandsmér finnst
Latijnopinari
Nederduitsmeynen; gelöyven
Noorssynes
Papiamentsopiná
Poolsmniemać; śadzieć
Portugeesjulgar; opinar; ser de opinião
Saterfriesbefiende; deerfoar hoolde; meene
Spaansopinar
Tsjechischdomnívat se; mínit
Westerlauwers Friesachtenearje; achtsje; miene; fine
Zweedsanse; tycka