Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord dicht
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(dik; gebonden; aaneengesloten) | ; | |
🔗 Het bos werd minder dicht en de helling werd steiler. | ||
(gesloten; toe) | closed ; | |
🔗 Het hek was natuurlijk weer dicht. | ||
(compact) | compact | |
(nabij; omtrent) | close to ; | |
🔗 Nog nooit was hij dichter bij de dood geweest. | ||
(nabij; vlakbij) | ; | |
🔗 Het klonk wat dichterbij. | ||
(in de nabijheid; vlakbij) | ; contiguously ; | apude |
(nabij) | ; | |
🔗 De vrouwen waren nu heel dichtbij. | ||
(knopen; vastknopen) | tie up | nodligi |
(dichtmaken; sluiten; toedoen) | ; | |
🔗 De oude man wilde de deur weer dichtdoen maar Cugel zette zijn voet ertussen. | ||
turn off | ||
🔗 Gazprom heeft de gaskraan naar Polen en Bulgarije dichtgedraaid, omdat de landen de rekening niet in roebels hebben betaald. | ||
write poetry | verki poemon | |
🔗 Die is weer aan het dichten. | ||
(dichtmaken; dichtstoppen; stoppen; toestoppen; verstoppen) | stop up ; | ŝtopi |
🔗 We maken niet al te snel water, maar we kunnen het lek niet dichten. | ||
(helen; toegroeien) | cicatrize | |
(sluiten; toegaan; toegroeien; zich sluiten) | ||
🔗 De deur ging dicht. | ||
(dempen; plempen) | fill up | |
🔗 Gooi het graf dicht. | ||
(toegooien) | ||
density | ||
🔗 De gemiddelde dichtheid van de kern bedraagt 10,7 g/cm³. | ||
squeeze | fermpinĉi | |
🔗 Knijp je neus dicht en leeg dit glas snel. | ||
button | ||
(dichtdoen; sluiten; toedoen) | ; | |
🔗 De bezoeker maakte zijn tas met een kort gebaar weer dicht. | ||
(dichten; dichtstoppen; stoppen; toestoppen; verstoppen) | stop up ; | ŝtopi |
(hechten) | ; suture | suturi |
slam shut | klakfermiĝi | |
🔗 Alex stapte de gang in net toen de voordeur dichtsloeg. | ||
; | klakfermi | |
silt up ; fill up ; | plenŝlimi | |
(dichten; dichtmaken; stoppen; toestoppen; verstoppen; volstoppen) | stop up ; plug ; ; | ŝtopi |
🔗 Het had hem nooit helemaal aangestaan, ook al was het zo klein, maar nu keek hij er achterdochtig naar en vroeg zich af waarom hij het nooit had dichtgestopt. | ||
🔗 Ik trok het plastic badgordijn dicht en draaide de kranen wijdopen. | ||
slam shut | klakfermiĝi | |
🔗 Toen de deur achter haar dichtviel, keek Yar Afzal zijn gast aan. | ||
condense | ||
(waterbestendig) | waterproof | |
🔗 Het zwaard en de boog verdwenen in speciale, waterdichte kisten aan weerskanten van de mast, waar Lirael er gemakkelijk bij kon. | ||
watertight | likimuna |
Nederlands | Engels |
---|---|
dicht | ⇆ clogged; ⇆ close; ⇆ closed; ⇆ closely; ⇆ compact; ⇆ consistent; ⇆ dense; ⇆ densely; ⇆ shut; ⇆ thick; ⇆ thick‐set; ⇆ tight; ⇆ to |
dicht bij | ⇆ near; ⇆ close to |
dichtbij | ⇆ at close quarters; ⇆ close; ⇆ close at hand; ⇆ close by; ⇆ close up; ⇆ close upon; ⇆ near; ⇆ near by; ⇆ nigh; ⇆ hard by; ⇆ proximate |
dichtbinden | ⇆ tie; ⇆ tie up |
dichtdoen | ⇆ fasten; ⇆ fasten up; ⇆ shut; ⇆ shut to; ⇆ close |
dichtdraaien | ⇆ turn off |
dichten | ⇆ poeticize; ⇆ poetize; ⇆ make verses; ⇆ write poetry; ⇆ stop; ⇆ stop up; ⇆ close |
dichtgaan | ⇆ button; ⇆ cicatrize; ⇆ close; ⇆ fasten; ⇆ heal over; ⇆ heal up; ⇆ shut itself; ⇆ shut |
dichtgooien | ⇆ close up; ⇆ cover in; ⇆ fill in; ⇆ fill up; ⇆ slam |
dichtgroeien | ⇆ heal; ⇆ close; ⇆ clog up |
dichtheid | ⇆ compactness; ⇆ concentration; ⇆ consistence; ⇆ consistency; ⇆ denseness; ⇆ density |
dichtklappen | ⇆ snap; ⇆ snap to; ⇆ clap; ⇆ shut; ⇆ slam; ⇆ clam up; ⇆ shut to |
dichtknijpen | ⇆ pinch; ⇆ clench; ⇆ squeeze; ⇆ shut tightly |
dichtknippen | ⇆ snap shut; ⇆ close with a snap |
dichtknopen | ⇆ button up |
dichtkwakken | ⇆ slam |
dichtmaken | ⇆ close up; ⇆ do up; ⇆ fill in; ⇆ stop; ⇆ stop up; ⇆ shut; ⇆ close |
dichtnaaien | ⇆ sew up; ⇆ stitch up |
dichtplakken | ⇆ stick down; ⇆ seal up; ⇆ seal |
dichtschroeven | ⇆ screw down; ⇆ screw up |
dichtslaan | ⇆ clap; ⇆ go bang; ⇆ swing to; ⇆ bang; ⇆ slam; ⇆ slam to |
dichtslibben | ⇆ fill up; ⇆ silt; ⇆ silt up |
dichtsmijten | ⇆ slam shut |
dichtspijkeren | ⇆ board up; ⇆ nail down; ⇆ nail up |
dichtstoppen | ⇆ bung; ⇆ bung up; ⇆ fill in; ⇆ plug; ⇆ stop; ⇆ stop up; ⇆ stuff; ⇆ stuff up |
dichttrekken | ⇆ draw; ⇆ shut; ⇆ pull to |
dichtvallen | ⇆ click shut; ⇆ close |
dichtvouwen | ⇆ fold up |
dichtvriezen | ⇆ catch over; ⇆ freeze in; ⇆ freeze over; ⇆ freeze up; ⇆ ice over; ⇆ ice up |
dichtzitten | ⇆ be blocked up; ⇆ be congested |
gasdicht | ⇆ gas‐proof; ⇆ gas‐tight |
geluiddicht | ⇆ sound‐proof |
glasdicht | ⇆ glazed |
potdicht | ⇆ tightly closed; ⇆ very close |
stofdicht | ⇆ dust‐proof |
verdichten | ⇆ compact; ⇆ concrete; ⇆ condense; ⇆ invent |
waterdicht | ⇆ showerproof; ⇆ tight; ⇆ watertight; ⇆ waterproof; ⇆ impermeable to water |
winddicht | ⇆ windproof |
zelfdichtend | ⇆ self‐sealing |