Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord braken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(kotsen; overgeven; spugen; vomeren) | ; puke | |
🔗 Onmiddellijk moest hij heftig braken. | ||
vomitting | ||
🔗 Dit veroorzaakt niet zelden braken. | ||
refract | refrakti | |
refract | refraktiĝi | |
(dóórbreken; stukbreken; verbreken) | ; | |
🔗 Hij brak de stok in tweeën en gooide de stukken op het vuur. | ||
(afbreken; knappen; stukgaan) | ; | |
🔗 De deur brak in stukken. | ||
vomelĵeti | ||
🔗 Hij koos er eentje uit en vervolgde dat toestel meedogenloos, terwijl zijn mitrailleur vuur uitbraakte. |
Nederlands | Engels |
---|---|
braken | ⇆ beat; ⇆ belch forth; ⇆ brake; ⇆ break; ⇆ bring up; ⇆ puke; ⇆ reject; ⇆ vomit |
braakbal | ⇆ pellet |
breken | ⇆ smash; ⇆ smash up; ⇆ break; ⇆ break up; ⇆ breakage; ⇆ burst; ⇆ crack; ⇆ craze; ⇆ cushion; ⇆ fracture; ⇆ knap; ⇆ part; ⇆ pry; ⇆ refract; ⇆ rupture; ⇆ sever |
uitbraken | ⇆ belch; ⇆ disgorge; ⇆ regorge; ⇆ regurgitate; ⇆ vomit; ⇆ vomit forth; ⇆ vomit up; ⇆ vomit out; ⇆ belch forth |