Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord bezitten

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(erop nahouden; in het bezit zijn van; in eigendom hebben); ;
🔗 Hoeveel patronen bezitten we eigenlijk?
proprieti
🔗 Er is mij gezegd dat jij alle informatie bezat die we van node zouden hebben.
(poseren); ;
pass oneself off
pozi
🔗 José zat ook naar hem te kijken.
(wezen; zijn)
🔗 Zit er brandstof in de tank?

NederlandsEngels
bezitten be possessed of; have; hold; own; possess
zitten be inside; do; sit; be seated; set; do time; be