Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord baksteen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(steen; tichel) | ||
🔗 Zijn boerderij was stevig van baksteen gebouwd en was omgeven door een hoge muur. | ||
🔗 De broden die ik bak, lijken echter meer op baksteentjes. | ||
(fruiten) | ||
🔗 Ze bakt een ei voor mij. | ||
(falen; mislukken; zakken) | ||
🔗 Hij heeft vandaag rijexamen gedaan en hij is gebakt. | ||
baking | ||
(stenen) | brika | |
🔗 De zware, bakstenen kolos wankelde onder de druk van het beukende water. | ||
(baksteen; tichel) | ||
🔗 Reith gooide een steen door de poort. | ||
🔗 Aan de andere kant ervan lag een grote stad van steen waarvan een groot gedeelte was aangetast door de tijd. | ||
🔗 Er is altijd wel een of andere miljonair te vinden die de steen clandestien wil kopen. | ||
🔗 Te oordelen naar het geluid dat het wezen maakte, bestond het nog steeds uit steen, zij het dan levende steen. |
Nederlands | Engels |
---|---|
baksteen | ⇆ brick |
zinken als een baksteen | ⇆ sink like a stone |
bakken | ⇆ bake; ⇆ baking; ⇆ burn; ⇆ fire; ⇆ frizzle; ⇆ fry; ⇆ fry up; ⇆ make bread; ⇆ fail; ⇆ plough |
bakstenen | ⇆ brick |
steen | ⇆ brick; ⇆ stone |