Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord ander

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Ik ben een ander!
🔗 De andere drie mannen hielden hun adem in.
een andere keer
another time
alitempe
(onder meer)
among other things
🔗 En dus gaan ook Conelia en haar drie zussen op reis, onder andere naar Milaan, Florence en Rome.
op de een of andere manier
(op de een of andere wijze)
somehow
(op de een of andere manier)
somehow
🔗 Mijn leven zou misschien op de een of andere wijze mijn lichaam verlaten.
(alweer; nogmaals; opnieuw; weder; weer); ; ;
a second time
🔗 De grote kaken openden zich andermaal en sloten zich om Brenns lichaam.
another man’s
;
other people’s
🔗 Wij maken nooit inbreuk op andermans rechten.
another man’s
;
other people’s
malpropra
(anders; op een andere manier)
alimaniere
🔗 Tomaten lijden aan allerlei nare ziekten die niet te genezen zijn, biologisch of anderszins.
(herscheppen; vermaken);
transform
aliformi
(van vorm veranderen)
aliformiĝi
🔗 Toen was het dier veranderd in een kleine, tengere vrouw met een zwarte hoofddoek.
(kenteren; verkeren); ; ;
🔗 Alles verandert nu eenmaal.
(wisselen)
🔗 Wat ik gezien heb, zou u in een krankzinnig stenen beeld veranderen!
(vermaken); ; ; ;
🔗 Later veranderde hij zijn verhaal.

NederlandsEngels
ander alternative; further; other; second
andere kleren aantrekken change one’s clothes
de andere week next week
een andere dag another day; some other day
een andere keer some other time
een en ander the things mentioned
en andere and others; and other things
en anderen et alii; and others
het een en ander a few things; a thing of two; one thing and another
het een of ander something; something or other; some
het een of het ander one or the other
in een of andere vorm in one shape or another
noch het een noch het ander neither one thing nor the other
om de ander by turns; in turn
onder andere inter alia; among other things
op de een of andere manier anyhow; anyway; by hook or by crook; somehow; somehow or other; one way or another; in one way or another; some way or other; someway
op de een of andere wijze somehow; somehow or other
van het een komt het ander one thing leads to another
anderdeels on the other hand
andermaal once again; once more; again; a second time
andermans another man’s; other people’s
anderszins otherwise
veranderen alter; break; budge; change; commute; convert; modify; mutate; ring the changes; transmute; vary; shift; transform; turn; veer