Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord afhouden
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(onthouden) | ; prevent ; | |
keep at a distance ; ; | ||
(bevatten; inhouden) | ; | enteni |
🔗 Putin houdt dinsdag een toespraak op het Rode Plein in Moskou. | ||
(bijhouden; vasthouden; voeren; huldigen) | ; ; ; ; | |
🔗 Hij maakte de hond los en hield hem aan de lijn naast zich. | ||
(gadeslaan; in acht nemen; observeren; waarnemen) | observe | |
🔗 Kan iemand God kennen en zijn geboden niet houden? | ||
; | ||
🔗 Wanneer heeft een priester ooit een eed gehouden? | ||
; | ||
🔗 De buren van Wims vader hielden een winkel van feestartikelen, die er nu ook nog staat. |
Nederlands | Engels |
---|---|
afhouden | ⇆ bear away; ⇆ bear off; ⇆ deduct; ⇆ dend off; ⇆ detain; ⇆ dock; ⇆ haul off; ⇆ keep from; ⇆ keep off; ⇆ lie off; ⇆ prevent; ⇆ stand off; ⇆ stop |
de boot afhouden | ⇆ play for time |
van land afhouden | ⇆ stand from the shore |
van zich afhouden | ⇆ keep at bay; ⇆ keep at a distance |
houden | ⇆ carry; ⇆ conduct; ⇆ deliver; ⇆ delivery; ⇆ give; ⇆ have; ⇆ hold; ⇆ keep; ⇆ keep to; ⇆ maintain; ⇆ make; ⇆ poise; ⇆ preserve; ⇆ retain; ⇆ tenure; ⇆ run; ⇆ take; ⇆ contain; ⇆ observe; ⇆ celebrate |