Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord afgebroken

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
;
break off
derompiĝi
(afgeven op; afkammen)
cry down
;
cut up
;
demolish
;
pull to pieces
;
run down
;
write down
diskreditigi
(neerhalen; slopen);
demolish
;
pull down
;
🔗 Ze breken mijn huis af!
(breken; stukgaan)
🔗 Maar hier en daar waren er kleine stukjes afgebroken.
(ophouden; stoppen; uitscheiden)
🔗 De muziek brak onmiddellijk af.
(opbreken; opheffen; ophouden met; staken; stelpen; stoppen; stopzetten); ;
(verbreken)
🔗 Hij wilde niet over de kwestie onderhandelen en brak de besprekingen af.
(verdelen)
(aanhoudend; continu; voortdurend)
continuous
(dóórlopend; ononderbroken)
uninterrupted
🔗 Een langdurig onafgebroken verblijf in Indië versterkte den lust om de koudste streken der aarde te gaan verkennen waarschijnlijk in niet geringe mate.
(ononderbroken)
at a stretch
;
for … together
;
on end
seninterrompe
🔗 Ondertussen hield ze de blonde visser vanuit haar ooghoeken ononderbroken in de gaten.

NederlandsEngels
afgebroken abrupt; broken; broken off; discontinuous; interrupted
afbreken abate; abort; break; break away; break down; break off; break up; cry down; cut; cut off; cut up; damn; darn; declare off; decry; demolish; demolition; destroy; detract; discontinue; disparage; flatten; housebreaking; interrupt; preach down; pull down; ring down; take down; cut short; pull to pieces; write down; stop; rupture; severance; rubbish; run down; sever; strike; tear down
onafgebroken continued; continuous; entire; non‐stop; unbroken; uninterrupted; unrelieved; round‐the‐clock; never‐ceasing