Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord washbowl

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(basin);
🔗 Turjan put down the bowl and slowly returned to his stool.
(ball; globe);
(compote; stewed fruit); ;
(launder); ;
🔗 And wash your hands again!
lesivi
tralavi
🔗 He had to wash.
(carry; bear); ;

EngelsNederlands
washbowl wastafel
bowl bal; ballen; beker; bekken; blad; bokaal; bol; bowlen; etensbak; kegelbal; kegelen; kom; kop; lepelblad; nap; pijpekop; pot; rollen; schaal; voortrollen; waterkom
wash aanspoeling; aanspoelsel; aanstrijken; afsoppen; afspoelen; afwassen; bespoelen; besproeien; bestrijken; dweilen; gewassen tekening; goed blijven in de was; golfslag; kielwater; kleurtje; lappen; omspóélen; omwassen; saus; sausen; sauzen; schoonwassen; spoelen; spoeling; spoelsel; spoelwater; uitspoelen; uitwassen; vernisje; vernissen; was; wasecht zijn; wassen; wassing; waterverf; zich laten wassen; zich wassen; ómspoelen