Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord toucheth

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(feel; grope; finger)
🔗 She touched a lock.
(affect; abut; abut on); ;
🔗 Now I will touch you.

EngelsNederlands
touch aandoen; aangaan; aankomen; aanraken; aanraking; aanroeren; aanslaan; aanslag; aanstippen; aantasten; bespelen; betreffen; cachet; contact; deren; een gevoelige snaar aanraken bij; elkaar aanraken; elkaar raken; gevoel; het halen bij; in de wacht slepen; karaktertrek; komen aan; lichte aanval; pietsje; raken; raken aan; roeren; spelen; streek; tasten; tastzin; tik; tikje; tikkeltje; tikken; tippen aan; toets; tokkelen; toucheren; treffen; trek; trekje; uitwerking hebben op; vleugje; voeling; zweempje