Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord aangaan
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
make a noise | ||
(ontbranden; in brand vliegen; vuur vatten) | ; take fire ; | |
🔗 Hij zuchtte en wierp een blik op het slot in de verte waar nu de eerste lichtjes aangingen. | ||
; ; configure ; fashion ; ; mould | ||
(betreffen; raken; gaan om) | ||
🔗 Is dat niet een zaak die u aangaat? | ||
(contracteren) | make a contract ; enter into a contract | |
(betreffen) | ||
(toebrengen; aandoen; afsluiten; sluiten) | ||
call on | eniri ĉe | |
🔗 Hij zal even bij u aangaan op weg hiernaartoe, en u een ontvangstbewijs geven voor het pakje. | ||
(wat dit aanbelangt) | ; about that | koncerne tion |
🔗 Misschien overtuigt hij doctor Pervale wel, wat dat aangaat. | ||
(betreffende; omtrent; over; inzake) | ; ; | |
🔗 Pas in de 18e eeuw werden de eerste wetenschappelijke hypothesen opgesteld aangaande de oorsprong van de aarde en zonnestelsel, berustend op astronomische waarnemingen. | ||
(met betrekking tot; ten aanzien van) | as regards ; as to ; concerning | |
(betreffende; inzake) | ||
🔗 Ze is niet hoopvol gestemd aangaande haar toekomst. | ||
🔗 Ik ging door de steeg aan den achterkant en klom over den muur, zodat ik op het terrein van het kasteel terecht kwam. | ||
(gang; loop; verloop) | going | |
🔗 Het gaan werd moeilijker. | ||
(lopen; te voet gaan) | piediri | |
(overgaan) | ; ; | |
🔗 Opnieuw ging de gong. | ||
(rijden) | ; | |
<futura helpverbo> | ||
🔗 Wat gaan we doen, chef? | ||
; refer | ||
🔗 Het gaat niet om geld, het gaat om schatten! | ||
succeed | ||
🔗 Op die manier gaat het niet. | ||
(zich begeven; varen) | ||
🔗 Hij ging naar de eetzaal van het hotel en nam plaats aan de hoek van een tafel. | ||
(begaan) | ||
🔗 Maar om de rechtsstaat te herstellen en de overige EU‐miljarden te krijgen zal Polen onder Tusk een lange weg te gaan hebben. | ||
🔗 Ze zijn met de auto gegaan en moesten een anderhalf uur rijden. |
Nederlands | Engels |
---|---|
aangaan | ⇆ begin; ⇆ burn; ⇆ carry on; ⇆ catch; ⇆ come on; ⇆ concern; ⇆ conclude; ⇆ contract; ⇆ enter into; ⇆ go on; ⇆ go up; ⇆ lay; ⇆ light; ⇆ light up; ⇆ negotiate; ⇆ pertain to; ⇆ regard; ⇆ strike; ⇆ strike up; ⇆ take fire; ⇆ take on; ⇆ touch |
aangaan bij | ⇆ call on |
aangaan op | ⇆ go up to; ⇆ make for |
allen die het aangaat | ⇆ all concerned |
bij iemand aangaan | ⇆ call at somebody’s house; ⇆ call on somebody |
dat gaat niet aan | ⇆ that won’t do |
dat gaat u niet aan | ⇆ that is none of your business |
dat gaat u niets aan | ⇆ that is none of your business |
een akkoord aangaan | ⇆ come to an agreement |
voor een ieder die het aangaat | ⇆ to whom it may concern |
wat dat aangaat | ⇆ as regards this; ⇆ as respects this; ⇆ for that matter; ⇆ if it comes to that |
wat gaat mij dat aan? | ⇆ what’s that to me? |
wat mij aangaat | ⇆ as for me; ⇆ for my part; ⇆ for one; ⇆ so far as I am concerned |
aangaande | ⇆ as regards; ⇆ as to; ⇆ concerning; ⇆ o’er; ⇆ over; ⇆ respecting; ⇆ with reference to |
gaan | ⇆ bear; ⇆ depart; ⇆ draw; ⇆ fare; ⇆ go; ⇆ going; ⇆ move; ⇆ pass off; ⇆ proceed; ⇆ range; ⇆ walk; ⇆ step; ⇆ run; ⇆ set; ⇆ go and; ⇆ go out; ⇆ get on; ⇆ walking; ⇆ travel; ⇆ make one’s way; ⇆ be about |