Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord tenant

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
tenant
(renter; hirer)
tenancy
(hire)

EngelsNederlands
tenant bewoner; huurder; pachter
long‐lease tenant erfpachter
tenant farm pachthof
tenant farmer pachtboer; pachter
co‐tenant medehuurder
subtenant onderhuurder
tenancy huur; huur‐; pacht; pachttermijn
tenantable bewoonbaar
tenantry huurders; pachters
undertenant onderhuurder; onderpachter