Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord huurder

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
renter
;
tenant
;
hirer
🔗 Desondanks moet driekwart van de huurders wel meer huur gaan betalen.
(aannemen; in dienst nemen; tewerkstellen);
engage
;
🔗 Ik zou een vliegtuig willen huren.

NederlandsEngels
huurder hirer; leaseholder; lessee; renter; tenant
huren charter; engage; hire; lease; rent; retain; take by lease; take on lease