Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord sound asleep

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(sleeping; inactive; in abeyance)
🔗 They said their prayers, and Sid was soon asleep.
(strike; resound)
🔗 Presently a step sounded behind him.
(noise);
🔗 This time the horse made no sound at all.
(right; true; correct; valid);
gelijk hebbend
; ; ;
(prudent; reasonable; sensible; far‐sighted; judicious; wise)
(peal; ring; clang; toll);
(deeply; profoundly; fast)
(prime; quality)
🔗 The cloak itself was sound enough.
; ; ;
werplood
;
zinklood
(plumb; sound out);
(solid); ;
🔗 The Ukrainian defence of Bachmut remains strategically sound as it continues to consume Russian manpower and equipment as long as Ukrainian forces do not suffer excessive casualties.

EngelsNederlands
sound asleep vast in slaap
asleep in slaap
sound ausculteren; bekloppen; betrouwbaar; blazen op; degelijk; deugdelijk; doen; doen klinken; doen weerklinken; doortimmerd; ernstig; fiks; flink; gaaf; galm; galmen; gedegen; geluid; geschal; gezond; goed; grondig; klank; klinken; kloppen op; krachtig; laten horen; laten klinken; laten schallen; lijken; loden; luiden; naar beneden duiken; onbedorven; onderzoeken; peilen; polsen; reëel; schallen; solide; solied; sonde; sonderen; steekhoudend; sterk; toon; uitbazuinen; uithoren; uitspreken; vast; verantwoord; weerklinken; zeeëngte; zwemblaas