Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord occasion

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(time);
(inducement; motive)
instiga kaŭzo
(inducement; motive)
instiga okazaĵo
(chance; event; occurrence; opportunity; instance; time; case)
🔗 This is supposed to be a happy occasion!
on occasion
(once; sometimes; occasionally)
; ;
op een keer
; ;
on occasion
(by chance; accidentally)
bij gelegenheid
okaze
on the occasion of
(during; in case of)
bij gelegenheid van
okaze de
gelegenheids‐
;
foja
kelkfoja
🔗 There have been occasional attempts to make use of the Deseret alphabet in recent years.

EngelsNederlands
occasion aanleiding; aanleiding geven tot; behoefte; feest; gebeurtenis; gelegenheid; occasie; plechtigheid; veroorzaken
face put for the occasion gelegenheidsgezicht
give occasion to aanleiding geven om; aanleiding geven tot
have no occasion to niet hoeven
have occasion to moeten
improve the occasion van de gelegenheid gebruik maken
lawful occasions bedrijf; zaken
on all occasions bij elke gelegenheid
on every occasion bij elke gelegenheid
on festive occasions bij feestelijke gelegenheden
on occasion bij gelegenheid; zo nodig
on some other occasion bij een andere gelegenheid
on the occasion of bij gelegenheid van; ter gelegenheid van
rise to the occasion tegen de moeilijkheden opgewassen zijn; tegen de taak opgewassen zijn; zich niet onbetuigd laten; zich tegen de situatie opgewassen tonen
take occasion to van de gelegenheid gebruik maken om
when occasion arises als de gelegenheid zich aanbiedt; bij voorkomende gelegenheid
occasional enkel; gelegenheids‐; nu en dan voorkomend; occasioneel; onregelmatig; soms voorkomend; toevallig