Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord insight

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
insight
(acuity; acumen; ingenuity; sagacity; shrewdness)
; ;
schranderheid
;
snuggerheid
(a; into; per; on; an); ; ; ; ;
🔗 Zuma became president in 2009.
(on; upon; onto; at; aboard; atop);
(within)
🔗 If we retained everything in our mind we should go mad in a week.
(about; concerning; for; of; over; regarding; after; on; with; upon; as to; into; toward); ; ; ; ; ; ;
🔗 He will instruct you in your duties.
(because of; for; for sake of; on account of; owing to; through; at; for the sake of; from; in favour of; due to; by reason of; in the light of); ; ; ;
🔗 He laughed in pure joy.
(after; past; upon)
🔗 Yet some of Trump’s aides are sceptical about how serious he is about running again, and as he voiced on Tuesday, he seems less enthusiastic about running in four years than he is about challenging this election’s results.
(gunsight)
(view; vision; eyesight);
🔗 The mother of one man fainted at the sight of her son being whipped.
(appearance; aspect; look; view; countenance; guise; respect; looks)
(descry; perceive; espy; glimpse; spot; catch side of; spy)
(glimpse; sighting);
(view; feature; scene; vista);
schouwspel

EngelsNederlands
insight blik; doorzicht; inzicht
in aan; aan het bewind; aan slag; aanwezig; betrokken bij; bij; binnen; gekozen; in; in de mode; met; naar; naar binnen; onder; op; over; te; thuis; uit; van; volgens; voor
sight aanblik; bezienswaardigheid; diopter; gezicht; in het gezicht krijgen; in het oog krijgen; korrel; merkwaardigheid; richten; schouwspel; te zien krijgen; vertoning; vizier; waarnemen; zicht