Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord housing estate

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(farm; property; ranch; land); ;
🔗 Does he not have estates of his own?
estate
(fall‐out; scrap)
estate
(real estate)
onroerend goed
;
vastgoed
housing
(accommodation)

EngelsNederlands
housing estate nieuwbouwproject; woonwijk
estate bezit; bezitting; boedel; combinatiewagen; combiwagen; eigendom; erfgoed; fortuin; goed; land; landgoed; nalatenschap; onderneming; plantage; rang; residentiële vuurt; stand; terrein
housing behuizing; huis; huisvesting; onder dak brengen; paardedek; sjabrak; volkshuisvesting