Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord hand out
| Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
handout (alms; charity) | ||
| (hand over) | ; ; ter hand stellen | |
| (labourer; operative; worker; working man; workman) | ||
🔗 Scales laid a hand on his shoulder. | ||
| (convey; hand over; pass; assign; deliver; transmit; transfer; turn over) | ; ; ; ; | |
| (veteran; ex‐serviceman) | ||
| (indicator) | ||
| (outside; without) | ; | |
🔗 At least I can have my pipe out there. | ||
| (outside; outward) | ; | |
🔗 He pushed on the door, forcing her out. | ||
| (unconscious) | ||
| (outside of; outside) | ||
| (off) | ||
| Engels | Nederlands |
|---|---|
| handout | ⇆ aalmoes; ⇆ gift; ⇆ hand‐out; ⇆ persbericht |
| hand out | ⇆ aangeven; ⇆ afgeven; ⇆ uitdelen |
| press handout | ⇆ perscommuniqué |
| hand | ⇆ aangeven; ⇆ aanreiken; ⇆ afgeven; ⇆ arbeider; ⇆ arbeidskracht; ⇆ geven; ⇆ hand; ⇆ handschrift; ⇆ handtekening; ⇆ handvol; ⇆ kaart; ⇆ kam; ⇆ man; ⇆ overhandigen; ⇆ overreiken; ⇆ poot; ⇆ spel; ⇆ speler; ⇆ ter hand stellen; ⇆ toereiken; ⇆ voorpoot; ⇆ wijzer |
| out | ⇆ af; ⇆ bekend; ⇆ bewusteloos; ⇆ buiten; ⇆ buitengaats; ⇆ daarbuiten; ⇆ daaruit; ⇆ eropuit; ⇆ eruit; ⇆ geopenbaard; ⇆ in staing; ⇆ naar buiten; ⇆ niet meer aan de slag; ⇆ niet meer aan het bewind; ⇆ niet thuis; ⇆ om; ⇆ op; ⇆ te veld; ⇆ uit; ⇆ uit de mode; ⇆ uit het gelid; ⇆ uit het lid; ⇆ uitgedoofd; ⇆ uitgesloten; ⇆ weg |