Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes wezenlijk

Niederländisch	Deutsch (indirekt übersetzt)	Esperanto
wezenlijk (essentieel; intrinsiek)	essentiell ; wesentlich ; lebensnotwendig ; Essenz‐	esenca
🔗 Het maakte een wezenlijk deel uit van hun religie.
wezenlijk (essentieel; in wezen; substantieel; intrinsiek)	wesentlich	esence
wezenlijk (echt; in werkelijkheid; werkelijk; daadwerkelijk)	tatsächlich	reale
wezenlijk (daadwerkelijk; echt; reëel; werkelijk)	real ; wirklich	reala
verwezenlijken (bewerkstelligen; tot stand brengen)	ausführen ; ausrichten ; verwirklichen ; bewerkstelligen ; vollbringen ; durchführen ; zustande bringen ; leisten ; vornehmen	efektivigi
wezen (zijn)	sein ; werden	esti
🔗 Hoe oud waart ge toen?
wezen (zijn)	Existenz	estado
wezen (zijn)	Wesenheit	ento
wezen (essence; essentie; kern)	Essenz ; Wesen ; Substanz ; Wesenheit ; Hauptinhalt ; Wesentliche	esenco
wezen	Wesen	estaĵo
🔗 Het wezen deed een stap naar voren.
wezen (zijn; zitten)	sein	esti
🔗 Welnu, het zij zo.
wezen (zijn)	sein	esti
🔗 Hoe zou het geweest zijn als ik een dochter had gehad in plaats van een zoon?