Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes vinden

Niederländisch → Deutsch
  
NiederländischDeutsch (indirekt übersetzt)Esperanto
;
befinden
;
ermitteln
🔗 Ik kon de foto niet vinden.
(achten; geloven; menen; van mening zijn)
bedünken
;
befinden
;
dafür halten
;
erachten
;
meinen
🔗 Hij vindt zichzelf de beste jager van de stam.
(vondst)
🔗 Het vinden van de juiste hypotheek is niet eenvoudig.
(treffen; aantreffen)
🔗 Ze vonden haar niet.
(eraan gaan; omkomen; óndergaan; sneven; te gronde gaan; vergaan; verongelukken; het leven laten; het leven verliezen)
umkommen
;
untergehen
;
zu Grunde gehen
🔗 Bij eerdere overstromingen in Ligurië en Toscane vonden negen mensen de dood.
als Tatsache feststellen
;
konstatieren
; ;
bestätigen
🔗 Al eerder werden demonstranten schuldig bevonden aan „delicten” waar onder het huidige regime de doodstraf op staat, zoals „het voeren van een oorlog tegen God”.
(goeddunken)
Gutdünken
(beleven; doormaken; ervaren; meemaken)
(aan de hand zijn; gebeuren; geschieden; omgaan; plaatsgrijpen; plaatshebben; zich afspelen; zich voltrekken); ; ; ; ; ; ; ;
🔗 Wanneer en waar heeft dit plaatsgevonden?
;
erfinden
erfinden
;
ersinnen
;
erdichten
;
aushecken