Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais wassen
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
s’élever | ||
🔗 Volgens de regering zijn meer dan zeshonderdduizend mensen getroffen door het wassende water. | ||
(opgaan; oprijzen; opstijgen; rijzen; stijgen; zich verheffen; de hoogte in gaan) | se soulever | |
(ómspoelen; uitwassen) | laver | |
🔗 Ze wastte haar lange, donkere haar. | ||
(mengen; mêleren) | mélanger ; mêler ; retourner | |
(ómspoelen; wassen) | laver | |
🔗 Was de rubber onder de kraan uit. | ||
(groot; volgroeid) | adulte ; fait ; mûr | |
🔗 Zijn slachtoffer was toen een volwassen vrouw. | ||
🔗 Hij liep naar de spiegel boven de wastafel. |