Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais rijzen

néerlandais → français
  
néerlandaisfrançais (traduit indirectement)espéranto
(opgaan; oprijzen; opstijgen; stijgen; wassen; zich verheffen; de hoogte in gaan)
se soulever
(opgaan; opstijgen; stijgen; omhooggaan)
(opzwellen; zwellen)
gonfler
ŝveli
(opgaan; oprijzen; opstijgen; rijzen; stijgen; wassen; zich verheffen; de hoogte in gaan)
se soulever
🔗 Heer Bommel rees verslagen en druipend uit zijn stoel omhoog.
(opgaan; opstijgen; rijzen; stijgen; wassen; zich verheffen; de hoogte in gaan)
se soulever
🔗 Boven hem rezen de muren tot een hoogte van een meter op tien op.
(lang)
de haute taille
🔗 Isaac beloofde het kreunend en aanvaardde zijn tocht, begeleid door twee rijzige bendeleden, die zowel gids als bewaker waren.