Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais brekend
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
(dóórbreken; stukbreken; verbreken) | briser ; rompre ; violer ; | |
🔗 Hij brak de stok in tweeën en gooide de stukken op het vuur. |