English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word outsize

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
out (outside; without)	buiten ; daarbuiten	ekstere
🔗 At least I can have my pipe out there.
out (outside; outward)	eruit ; naar buiten	eksteren
🔗 He pushed on the door, forcing her out.
out (unconscious)	bewusteloos	senkonscia
out (outside of; outside)	buiten	ekstere de
out (off)	uit	estingiĝinta
size (bulk; dimension; breadth; extent; range; latitude; purview)	grootte ; omvang	amplekso
🔗 It’s the size of France.
size (multiplicity; plurality)	veelheid	multeco

English	Dutch
outsize	⇆ abnormaal groot; ⇆ extra grote maat
out	⇆ af; ⇆ bekend; ⇆ bewusteloos; ⇆ buiten; ⇆ buitengaats; ⇆ daarbuiten; ⇆ daaruit; ⇆ eropuit; ⇆ eruit; ⇆ geopenbaard; ⇆ in staing; ⇆ naar buiten; ⇆ niet meer aan de slag; ⇆ niet meer aan het bewind; ⇆ niet thuis; ⇆ om; ⇆ op; ⇆ te veld; ⇆ uit; ⇆ uit de mode; ⇆ uit het gelid; ⇆ uit het lid; ⇆ uitgedoofd; ⇆ uitgesloten; ⇆ weg
outsized	⇆ abnormaal groot
size	⇆ afmeting; ⇆ formaat; ⇆ grootte; ⇆ kaliber; ⇆ lijmen; ⇆ lijmwater; ⇆ maat; ⇆ model; ⇆ omvang; ⇆ op grootte rangschikken; ⇆ op grootte sorteren; ⇆ op maat brengen; ⇆ planeren; ⇆ statuur; ⇆ volume