English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word news agent

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(man; operative)
(instrument; intermediary; mediator; go‐between)
(means; tool; gadget; instrument; implement; utensil; medium)
(steward; intendant; reeve)
(representative; envoy);
; ;
volmachthebber
;
zaakgelastigde
(novelty; something new; innovation; a piece of news)
🔗 The good news is that however you design your system, you can implement it in PHP.
🔗 What news do you bring me?

EnglishDutch
agent agens; agent; bewerker; depothouder; factoor; middel; rentmeester; tussenpersoon; vertegenwoordiger; werktuig; zaakwaarnemer
news bericht; berichten; journaal; kroniek; maar; mare; nieuws; nieuwstijding; tijding; tijdingen

The word news agent could not be translated into the selected target language by us.