English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word come across

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
come across
(meet; encounter)
;
come across
(stumble upon; bump into; run across)
(beyond; on the other side of; over; to the other side of; on this other side of); ;
🔗 The sun moved across the sky.
horizontale
krucforme
kruciĝe
(crossways)
laŭlarĝe
(throughout)
rekte tra
(opposite; across the road)
transe
naar de overkant
(through)
🔗 Across these zones there are fine protoplasmic connections.
(derive; originate; result; stem; spring);
het gevolg zijn van
; ; ;
deveni
🔗 I came to be alone.
(advance; approach; come on; accost);
gaan naar
; ; ;
;
🔗 I’ve come to live with you.
🔗 But spring did not come, you say?

EnglishDutch
come across aantreffen; ontmoeten; onverwachts tegenkomen; óverkomen; stoten op; tegenkomen; toevallig aantreffen; treffen; vinden
across aan de overkant; aan de overkant van; aan gene zijde van; door; doormidden; dwars; dwars over; dwarsdoor; gekruisd; gekruisd over elkaar; horizontaal; kruiselings; kruiselings over elkaar; middendoor; naar de overkant; over; over … heen; overdwars
come aanbreken; aankomen; aanstaande; er bijkomen; klaarkomen; kom op; komaan; komen; komen opzetten; kop op; opkomen; uitkomen; verschijnen; worden; óverkomen